Trainen met… Marianne Vos

Marianne Vos

‘Wat vond je van het college van Beatrice de Graaf?’ Marianne kijkt me vriendelijk lachend aan als we Fort Altena passeren.

‘Broodroof,’ grap ik, ‘jaren geleden betoogde ik al dat je van romans meer leert over terrorisme dan van het geleuter van generaals en politici.’ De zon schijnt en het waait en terwijl ik uit de wind ga zitten bij Vos rijdt zij als een koe die de voor het eerst na de winter de stal verlaat.

‘Lees je veel?’ vraag ik haar terwijl we bij Woudrichem de dijk oprijden.

‘Wat is veel?’ Ze haalt haar schouders op. ‘Ik lees graag. Tijdens etappekoersen en als ik langer van huis ben neem ik daarom altijd wel een paar boeken mee.’

‘Dostojevski lijkt me geen kost die je na de koers nog verslindt.’

‘Ach, ik lees van alles, maar Boze geesten zat nog nooit in mijn koffer.’

‘Het zou best van pas kunnen komen, wie weet leer je eruit hoe je iemand in de koers beter kunt flikken.’

‘Mischien,’ lacht ze, ‘ken je hier de weg eigenlijk een beetje?’

Ik knik. ‘Een van mijn ooms woont in de buurt en ik ging in Gorcum naar school. In de winter sprongen we ijsschotsen op de Merwede en met Dinand Woesthoff heb ik ooit nog eens gesurft, hier op de Afgedamde Maas.’

‘Daar woonde trouwens onze meest beroemde terrorist,’ onderbreekt Marianne me terwijl ze wijst naar Slot Loevestein, ‘Hugo de Groot, ook een fervent lezer.’

‘Terrorist in de ogen van wie?’

‘Den Koning van Hispanje.’ Ze legt een hand op haar hart alsof ze zojuist een gouden medaille heeft gewonnen.

‘Moeten we het eigenlijk niet over de koers hebben?’ wil ik weten.

‘Als ik deze week mijn comeback gemaakt heb, zal het nergens anders meer over gaan, dus als je het niet erg vindt om het over jouw werk te hebben…’

‘Toch even uit nieuwsgierigheid,’ zeg ik, ‘heb je nu eigenlijk al een bijnaam?’

‘Wilfried de Jong vond ooit dat Vos de enige vrouwelijke vertaling voor het woord Kannibaal is, daar kan ik mee leven. Of had je iets anders in gedachten?’

‘Een Vos is sluw, niet slim.’ Te laat zie ik dat Marianne bij het opdraaien van de Hillsestraat bijgeschakeld heeft, haar handen duiken onderin de beugel en ze kromt haar lichaam over het stuur terwijl ze krachtig aanzet. Bij het bordje Babyloniënbroek kijkt ze om naar het gat dat ze geslagen. Triomfantelijk, alsof ze zojuist bevrijd is, gooit ze haar handen in de lucht.

‘Een Vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.’ Zegt ze terwijl ze de fiets tegen haar huis parkeert.

 

 

Niels ®elen

 

 

 

Share and Enjoy !

Shares

Leave a reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door ExactMetrics