Waar ga jij eigenlijk heen, Niels?’ vraagt Kittel me terwijl hij wijst naar de fietskoffer die voor me staat.
‘Een paar dagen naar Duitsland en als ik terugkom vlieg ik door naar Spanje.’
‘Koersen, trainen?’
‘Nee,’ antwoord ik, ‘werk, maar ik weet vast wel ergens de tijd vinden om een paar uurtjes te trainen. Lekkere overwinningen trouwens. Op Twitter hadden ze het over de Slag om Arnhem die opnieuw door de Duitsers gewonnen werd.’
Kittel wrijft met zijn rechterhand zijn haar in model en grijnst breeduit. ‘Es war fabelhaftig!’
‘Doet het je geen pijn dat je je oude ploegmakker van het roze beroofd heb?’ Ik knik naar Tom die tegenover ons zit. ‘Je begrijpt toch wel dat wij Hollanders daar moeite mee hebben?’
‘Das ist mir egal. Bovendien doen jullie het prima in de eerste dagen van de Giro. De proloog, het roze, Maarten die twee dagen mee zit in de ontsnapping…’
‘Maarten zit altijd in de ontsnapping, dat is geen nieuws toch?’
‘Stimmt, maar dit keer had hij een plan dat op de Posbank op een fantastische manier slaagde.’
‘De komende dagen verwacht ik hem ook nog wel in de ontsnapping,’ zeg ik. ‘Puntjes sprokkelen voor die blauwe trui.’
‘Daar hoop ik wel op,’ legt Marcel uit, ‘het wordt voor ons dan een stuk eenvoudiger om de koers te controleren en het roze te verdedigen. Weet je wat ik mooi vond aan Tjallingii?’
‘Geen idee.’
‘De overmacht. Het zelfvertrouwen dat hij uitstraalde in die sprint naar de top.’
‘Want?’
‘Het doet me denken aan mijn eigen sprints deze dagen. Hij is in vorm en weet dat hij anderen zijn wil op kan leggen, dat geeft een renner altijd iets extra’s.’
‘Dus je verwacht nog veel van Maarten?’
‘Vielleicht, maar als hij niet voor eigen kansen mag rijden, dan heeft Kruijswijk aan hem een luxe knecht de komende weken.’ Kittel staat op en wijst naar de toiletten. ‘Entschuldige.’
‘Ik moet ook gaan, Hals- und Beinbruch!’
Zodra Marcel uit het zicht is, pak ik mijn spullen en loop nog even langs Tom. ‘Geniet van je rust de komende dagen.’
‘Komt goed, Niels.’ glimlacht de Limburger. ‘Kittel mag heel even op een roze wolk zitten, maar vanaf donderdag is hij weer van mij.’
Niels ®elen