Makkum 26 februari 2023
Lieve Arnon,
In 2019, 75 jaar na D-Day, fietste ik met een groep veteranen van de stranden in Normandië terug naar Nederland. In de etappe van Mons naar Amiens, belandden we voor het eerst in die andere oorlog. Over een aantal kasseienstroken die ook opgenomen zijn in Parijs – Roubaix, rijden we door de oorlog van Remarque. De hel van het noorden kent in het totaal bijna 53 kilometer aan kasseien en er zijn steeds meer mensen die denken dat dit slaat op de zwaarte, de ontbering van die koers.
“Kinderkopjes” worden ze liefkozend genoemd. Een toepasselijke naam als je weet dat de wielerwedstrijd haar naam dankt aan de verschroeide slagvelden van de eerste wereldoorlog (waar ruim negen miljoen jonge mannen het leven verloren) doorkruist. Op de route passeren we monumenten voor gesneuvelde soldaten, dieren, tanks en opgeblazen bunkers. Het meest confronterend zijn de bordjes langs de weg: ‘Hier lag de frontline op … hier lag de frontlinie op…’ Wat voor ons amper een minuut fietsen is, kostte toen maanden.
‘Honderden, duizenden soldaten worden nog steeds geofferd voor een paar honderd meter terreinwinst,’ schrijf je in je aanbeveling van Remarque, ‘vergeten zijn ook de voorspellingen dat de tank naar het museum kan.’
Zoals de tank en het mitrailleur hun intrede deden op de slagvelden van Remarque, zo doet de drone dat in Oekraïne. Elke oorlog brengt vernieuwing, die zelden beslissend blijkt. Technologische vooruitgang die sommige mensen verwarren met een evolutie van de soort.
Ruim honderd jaar na de loopgraven van Remarque wordt aan het oostelijk front duidelijk dat er voor de soldaat in de vuurlinie amper iets veranderd is. Met een overtuiging een geloof in een andere en betere wereld, storten ze zich in een oorlog. Zo laat een gevonden dagboek van een gesneuvelde Russische militair zien. Zijn laatste bijdrage: ‘Ik hoop dat ik snel weer thuis ben.’
Het enige ideaal dat na die eerste gevechten overblijft is met je kameraden overleven tot alles voorbij is. ‘So war es immer, begreift man nie,’ zong Marlene Dietrich, ‘Kreuz unter kreuzen, so enden sie.’
Liefs
Niels
Niels ®elen