N˚ 58 Zeist 27-09-2019
Lieve Mama,
Als ik de keuken in kom lopen en mijn dag opstart, schuurt de poes mauwend langs mijn benen. In een vast patroon gaat het koffiezetapparaat aan, haal brood uit de vriezer en pak ik de kattenbrokken van de koelkast. Dit is het moment waarop de kat nog liefdevoller kopjes begint te geven en enthousiaster tegen me praat. Ik geloof niet dat katten, zoals de Volkskrant schreef, hun baasje herkennen. De liefde van Nounou voor mij is niets meer of minder dan een opportunistische Pavlovreactie.
Als ze uitgegeten is, laat mevrouw weten dat ik de deur voor haar mag openen. Terwijl zij even de tijd neemt om het weer te beoordelen, laat ik haar op vriendelijke toon weten dat de Chinees om de hoek zit. Als ze dat te ver of lastig vindt, mag ze natuurlijk ook de N-weg achter het huis oversteken tot het mis gaat.
‘Als ik je daar vind,’ motiveer ik haar met beminnelijke stem , ‘zal ik je keurig begraven.’
Terwijl de kat buiten heerlijk in de zon gaat liggen, lees ik op de site van de voedsel en warenautoriteit dat je dode gezelschapsdieren: af mag geven bij de gemeente, kan laten cremeren in een erkend crematorium of begraven op de dierenbegraafplaats. Bij voldoende ruimte is het zelfs toegestaan om ze in je eigen tuin te begraven.
Voor Willem, onze goudvis, was er destijds in de achtertuin van Akkerwindelaan 32 te Leerdam meer dan voldoende ruimte. Plechtig staarden Sven, Inge en ik naar de plek (buiten de kom) waar hij in een luciferdoosje onder de grond verdween bij een zelfgemaakt kruis van ijsstokjes.
Voor hobbydieren als paarden gelden overigens andere regels.
Liefs
Niels