Lifter Verdwaalde Jongens

‘Was dat een lifter?’ In het midden van nergens, vlak voor het dorpje Tatyr kijken Ties en ik om. Met zijn nette broek, witte overhemd en peaky blinders-pet, ziet hij eruit alsof hij te laat is voor een bruiloft. Op zijn gezicht lees ik de teleurstelling van weer een doorrijdende auto. 

‘Kom, dan nemen we hem mee.’

‘Dat past toch niet?’ Met zijn duim wijst Ties naar onze plunjebalen op de achterbank. 

‘Die trekken we wel aan de kant.’ 

Zodra onze auto de berm in stuurt, begint de man te rennen. Lifters haasten zich altijd naar de auto die voor ze stopt. Bang dat het de grap is die vaders vroeger uithaalden. Misschien is het gewoon de beleefdheid om je niet meer dan strikt noodzakelijk te vertragen. 

‘Menja savoet Niels.’ Hoe ik de man in het Russisch duidelijk moet maken dat ik hem niet verstond, is me onduidelijk, maar wij denken dat hij Sjavat heet.   

‘You? Gdey, where? Point! Da?’ Dat mijn Russisch slecht is, is een understatement. Het is, zoals altijd als ik met mensen spreek die ik niet kan verstaan, te gaan praten alsof ik een handicap heb. Hard, langzaam en met zo min mogelijk woorden. 

Sjavat knikt beleefd. Hardop leest hij de namen op van de plaatsjes die we passeren waardoor ik steeds vraag of dit zijn kanjetski poenkt, eindpunt, is. 

In het vierde dorpje krijgen we een ‘Da’ en stapt hij bij een wit huisje, een soort bushalte, uit. Vriendelijk schudt hij ons de hand en loopt weg. Na verkeerd gereden te zijn, komen we hem tien minuten later opnieuw tegen. Hij loopt nog steeds in de richting die wij ook volgen. Bij het geluid van onze auto kijkt hij over zijn schouder. Zijn hand steekt hij niet meer op, zelfs niet om te zwaaien. 

Niels Roelen

Share and Enjoy !

Shares

Leave a reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door ExactMetrics