N˚ 109 Afferden 18-07-2023
Lieve Mama,
Tenzij ik iets verkeerds gegeten had, lukte het me zelden om tijdens de eerste week van kampeervakanties te poepen. Geruststellend gaf jij de schuld aan het stokbrood dat verstoppend werkte en kocht vervolgens op de Franse markt kilo’s pruimen.
‘Neem er gelijk maar een paar, dat helpt.’
Pruimen mogen dan een prima middel tegen obstipatie zijn, maar ze werken niet tegen schaamte. Ik wilde niet zichtbaar met een rol toiletpapier over de camping lopen. De gedachte dat mensen naast mij gehoord hadden, zorgde er regelmatig voor dat ik wachtte met doorspoelen totdat ik ervan overtuigd was dat er niemand meer in de lavabo’s rondliep. Dat doortrekken van een ‘voetstap-toilet’ was overigens mijn grootste angst. Met het indrukken van de spoelknop, creëerde je een lokale, dambreukachtige overstroming. Een zondvloed. Als je je drol verkeerd gemikt had, liep je het risico dat hij als een stuk wrakhout tussen je teenslippers stroomde voordat het verdween in het slurpende riool. Het Frans toilet was voor mij een prima excuus je poep drie volle weken op te houden.
Het is niet zozeer dat ik mijn schaamte overwonnen heb, maar sinds mijn galblaas is verwijderd, is ophouden een illusie. Dan ga ik (zelfs op een camping) als ik moet. Deze week kwam ik tegelijk met een meisje bij het gebouw aan.
‘Mama komt zo, maar ik ga alvast,’ zei ze voor ze het hokje in verdween, ‘dan doe ik de deur gewoon “nep” op slot.’
‘Dat kan prima,’ antwoordde ik vriendelijk, ‘het is niet druk. Bovendien moet iedereen weleens plassen toch?’
‘Ja,’ haar stem klonk al wat benauwd, ‘maar ik moet poepen.’
Ik wilde het niet weten, maar diep van binnen was ik toch een beetje jaloers.
Liefs
Niels
Niels ®elen