Jongens open brief aan Fokke Obbema

Zeist 17 november 2023

Lieve Fokke,

Met een boormachine in de hand, zat ik op de overloop van Cristels huis wat te klussen toen mijn telefoon ging. 

‘Hey Pep,’ nam ik zonder nadenken op, ‘ik moet even een paar gaten boren, ik bel je zo terug.’ Een week of twee daarvoor was Pepijn nog bij mij thuis geweest. Hij vertelde dat het voorbij was. Misschien een paar maanden, waarschijnlijk weken en in het slechtste geval dagen. We gingen zitten, zeiden weinig en dronken koffie. Toen hij opstond, spraken we af om nog een laatste keer samen dronken te worden. Een fles single malt soldaat te maken. 

Staand op mijn tenen namen we afscheid met een knuffel. Door zijn trui heen voelde ik de harde uitstulpingen van de bloemkolen die in 2021 door zijn lichaam begonnen te woekeren. Het was een periode dat we wekelijks contact hadden over ‘Zwarte Vogel’, het boek waar ik toen aan werkte, maar al een paar weken lang had hij niet meer op mijn stukken gereageerd.

‘Is er iets?’, had ik hem uiteindelijk gevraagd.

‘Nee. Of ja toch, de kans dat ik het einde van dit jaar haal is klein. Kanker.’

Dat jaar ging voorbij, net als het jaar erop. Het was niet zo dat ik het vergeten was, meer dat ik langzaam maar zeker was gaan hopen op het onmogelijke. 

‘Is goed’, antwoordde Pepijn afgelopen zondag. De tranen die over zijn tong rolden, drongen pas na het ophangen tot me door. Beschaamd over mijn eigen lompheid, liep ik de trap af en belde hem terug. Hoelang we huilden, lachten en zwegen, weet ik niet Fokke, maar het was zonder twijfel het meest bijzondere gesprek wat ik ooit voerde. 

‘Soms,’ vertelde hij, ‘op de momenten dat ik wat wegval, wordt alles stil. Dan zie ik mezelf lopen door de heuvels van Schotland waar een deel van mijn as uitgestrooid moet worden.’

‘En die whisky?’

‘Maak je geen zorgen, die drinken we als jij bent waar ik nu heenga.’

‘Pep,’ fluisterde ik aan het einde van ons gesprek, ‘ik durf niet op te hangen.’

‘Je moet,’ klonk het nuchter, ‘mijn familie komt zo. Bovendien wil je niet dat mensen jou straks verwijten dat je me dood geluld hebt.’

Toen de verbinding verbroken was, resoneerde de opmerking die hij dertig jaar geleden in ons eerste jaar op de KMA ook maakte, door mijn lichaam. Half elf ’s morgens trok ik een fles open, schonk een glas single malt in en proostte naar de wolken. 

“Jongens waren we- maar aardige jongens. Al zeg ik het zelf.”

Liefs

Niels

Share and Enjoy !

Shares

8 comments

  • Peter van der Sterren  

    Raak en herkenbaar!

  • Arie  

    Niels, zo’n gesprek valt zwaar, maar is o zo waardevol voor Fokke en later ook voor jezelf. Je steunde je vriend in misschien wel zijn moeilijkste moment. Sterkte Niels.

  • Tjitze  

    Mooi geschreven Niels. Sterkte.

  • Niels Roelen  

    Rien, Matthijs en Ad,

    Dankjewel

  • Rien  

    Niels, wat kan het leven soms gaan zoals je niet wilt dat het gaat. Jij hebt gedaan wat je kon doen door iemand die afscheid neemt jullie kameraadschap opnieuw te laten voelen. Mooie herinneringen verdwijnen niet wanneer iemand er niet meer is.
    Proost en sterkte.

  • Matthijs  

    Sterkte Niels

  • Ad  

    Oeffft

Leave a reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door ExactMetrics