In mijn rug

Met een cappuccino in onze handen staan de burgermeester en ik voor het raam van mijn woonkamer. Heel lang woonde ik destijds nog niet in Zeist, maar toen hij hoorde wie ik was, aarzelde hij niet en vroeg me om op de plaatselijke Veteranendag een verhaal te vertellen.

‘Wat zou jij doen?’ hij knikt naar de straat die voor ons ligt. Naar de discotheken op de 2e Dorpsstraat die al jarenlang voor veel en steeds toenemende overlast zorgen. Ik haal mijn schouders op. Als oud militair is luidruchtig uitgaanspubliek niet mijn vakgebied. Bovendien geloof ik niet dat het gedrag van mensen in een feeststemming en die al dan niet onder invloed zijn, zich laat sturen. Zelf is hij duidelijk. Het kan zo niet langer, de maat is vol en de overlast is als het aan hem ligt binnenkort voorbij. 

‘Er is een uitsterfbeleid,’ wijst hij me op het bestemmingsplan dat de makelaar me bij de aankoop van dit huis ook voorhield, ‘voor een van de twee discotheken zijn we bezig de vergunning in te trekken. De ander blijft nog wel even, maar ook dat is een kwestie van tijd.’

Het duurde drie jaar, tot ergens in begin 2021 voordat de wens van de burgemeester, en datgene waarop ik hoopte bij de aankoop van mijn huis, waarheid werd. Op de stoep van de Koets verschijnt een container waar het volledige interieur van het pand in verdwijnt. Het plan om een eind aan het uitgaanscentrum van Zeist te maken, was daarmee een feit. Het uitsterfbeleid voltrokken waarna er rust kwam op de 2e Dorpsstraat. rust die duurde tot er ruim twee jaar later ineens weer activiteit rondom het pand ontstond. 

‘Komen hier woningen, net als aan de overkant?’ vroeg iemand.

‘Een discotheek.’

‘Een discotheek?’

‘Ja, een club.’

‘Maar dat mag toch niet.’

‘We hebben al toezeggingen van de gemeente. Had je hier maar niet moeten gaan wonen.’

Verbaasd mail ik de burgemeester. Mijn lezing had destijds indruk gemaakt en hij is me nog niet vergeten. De uitnodiging om mijn vragen over dit onderwerp te beantwoorden neemt hij graag aan, maar kort daarna wordt het stil en worden vragen en mails niet meer beantwoordt. 

Ik bel met het ondernemersplein die me gerust stellen. ‘Er is nog geen vergunning verleend en als dat wel gebeurt, kan er daartegen bezwaar aangetekend worden.’ Ze vertellen niet dat ze in december al een informeel ja hebben gegeven. Noch dat bij de verstrekking van de vergunning de club open mag tot een rechter eventueel anders besluit. Voor de verdere vragen die ik heb moet er eerst het een en ander uitgezocht worden. ‘U wordt teruggebeld.’

Na meerder keren zelf gebeld te hebben, word ik eindelijk teruggebeld. Antwoorden zijn er nog steeds niet, maar mijn vragen nemen toe. 

‘Die mensen hier zijn serieus aan het verbouwen, dat is geen ondernemersrisico. Ik zou niet zoveel geld in ene verbouwing investeren als ik niet heel erg zeker weet dat ik ook een vergunning ga krijgen.’

Hoewel de ambtenaar me op het hart drukt dat op geen enkele wijze die indruk naar de ondernemers gewekt is, wil ze van mij weten of ik hier ben komen wonen toen de discotheek nog open was. 

‘U wist, waar u ging wonen,’ laat ze mij weten, ‘er zat een discotheek, er komt een discotheek.’ Waarmee ze duidelijk door laat schemeren dat het besluit van de gemeente eigenlijk al vast ligt.

Boos en verbaasd staar ik naar het scherm van mijn laptop. Er staat een document open voor een fietstocht ik in 2024 met het Wounded Warriors Cycling Team ga maken. Een tocht waarin we herdenken dat het tachtig jaar geleden is dat Anne Frank in een concentratiekamp om het leven kwam. Een rit van Auschwitz, via Bergen Belsen terug naar Westerbork.

‘In Auschwitz zat een kamp…’ breek ik geïrriteerd het gesprek af, ‘dus als u nog ideeën heeft.’

Opnieuw mail ik de burgermeester, over een toegezegde afspraak die maar niet komt. Maar het blijft akelig stil. Ik ga in gesprek met de het ondernemersplein en de wethouder en hoor dingen die ik niet kan rijmen, niet op elkaar krijg. Hoewel de gemeente vanwege de situatie en de jarenlange overlast specifiek beleid voor de 2eDorpsstraat heeft opgesteld, het bestemmingsplan duidelijk is, valt mij vooral op dat zij zich niet aan hun eigen bepalingen, wetten en regels houden. 

‘Volgens de landelijke wetgeving zijn we niet verplicht jullie te informeren of op de hoogte te houden’, doen ze mijn vragen af. 

Ik besluit raadsvragen te stellen, die door de wethouder op de meeste punten met halve waarheden afgedaan worden. Hij weet meer dan hij de raadsleden vertelt, maar blijft aan de oppervlakte. Hij weet dat het anders zit omdat ik hem daar een week eerder in ons gesprek op gewezen heb. Ik heb hem de onderliggende documenten laten zien. Maar tijdens de vragen van het college heeft hij duidelijk moeite met zijn ‘actieve’ herinneringen. Of de overlast terugkeert, is ondanks dat door de gemeente uitgevoerde onderzoeken die daar duidelijk over zijn en ondanks de situatie in het weekend op de Steynlaan, niet zeker. 

‘Als het moet,’ zegt hij, ‘schalen we op met politie.’ Hij verzwijgt dat diezelfde politie de capaciteit niet heeft en dat opschalen tenminste drie maanden duurt. Waarom er in het bestemmingsplan een uitsterfbeleid opgenomen is, weet hij niet. Wel weten ze dat dit in 2012 niet nieuw was. In 2002 werd er al over gesproken. Bijna een maand zoeken bleek onvoldoende tijd om de reden van dit beleid te achterhalen. Vreemd omdat dit letterlijk, zoals de wet ook verplicht, terug te lezen valt in het bestemmingsplan. Een plan dat duidelijk melding maakt van de verandering die het gebied heeft doorgemaakt. Het stelt dat de komst van luxe appartementen als: de Weverij, Tuin van Schellinger, Stalhouderij, Posterij, en de Walkartflat, maken dat er in dit deel van het centrum een sterkere woonfunctie ontstaan is. Discotheken en nachthoreca passen nu eenmaal niet in een woonwijk. 

‘U zult merken dat de gemeente toegankelijk is’, zegt de wethouder op een bijeenkomst voor omwonenden die met heel veel moeite en vooral vragen van onze kant uiteindelijk tot stand is gekomen. ‘Het besluit is nog niet genomen en wij wegen zorgvuldig alle belangen.’

De volle zaal ontvangt het nogal sceptisch. Al is het maar omdat je je kunt afvragen hoe jouw belangen gewogen zijn als de gemeente je niet informeert en vindt dat ze dat niet hoeven te doen. Je ons niet, conform het eigen nee tenzij beleid ten aanzien elke vorm van horeca die zich in de 2e Dorpsstraat wil vestigen, in het proces betrekt. 

In het gesprek dat volgt, probeert een moderator structuur in vergadering te houden, maar vooral te werken naar een oplossing waarin wij geen bezwaar meer tegen de komst van een discotheek maken. Een ambtenaar achter een tafel doet zijn best om antwoorden te geven op niet gestelde vragen en wijst regelmatig op het belang van de ondernemer.

‘Hij heeft,’ zo herhaalt de ambtenaar zichzelf meerdere malen, ‘ook recht op duidelijkheid. Een vergunning is ook toegestaan omdat er op het pand een functieaanduiding discotheek is opgenomen. Wij doorlopen een proces en handelen conform de letter van de wet.’

‘Hoe zit het met de geest van de wet?’ de man die de vraag stelt is als ik mij niet vergis een oud-rechter. ‘De toeslagenaffaire heeft immers aangetoond dat met het puur handelen naar de letter van de wet, de menselijke maat verdwijnt.’

‘De bedoeling en de geest van de wet zijn complexe begrippen’, klinkt het verweer. 

Dat het juist de geest , de gedachte achter een wet is, waar de letter zijn oorsprong vindt, doet voor hem blijkbaar niet ter zake.

‘De bedoeling van de wet maakt het nemen van besluiten lastig.’

Het is een uitspraak die me misselijk maakt. Boos overweeg ik om op te stappen omdat ik aan Afghanistan denk. Aan de momenten waarop onze patrouilles van vijf-, zeshonderd meter afstand beschoten werden door mannen met Kalasjnikovs. Volgens de letter van de wet (zelfverdediging), hadden wij het recht terug te schieten en konden we deze mannen met gemak uitschakelen. Vanuit de geest van de wet (op die afstand is de dreiging voor ons beperkt) deden we dat meestal niet. Een verstandige keuze omdat later bleek dat deze mannen vaak niet vrijwillig op ons schoten, maar gedwongen werden door de Taliban.  

Thuis open ik de volgende dag mijn laptop en tik: “wat houdt een functieaanduiding in het bestemmingsplan in?”

‘Een functieaanduiding is een aanduiding die specifiek is opgenomen omdat de gemeente één of meerder toegestane functies aan een perceel heeft gekoppeld. Dat betekent dat toegestane activiteiten binnen een bestemmingsplan aangevuld worden met een functieaanduiding.’

Als ik verder lees blijkt een functieaanduiding onderdeel van bestemmingsplanwijzigingen te zijn. Hij wordt opgenomen om recht te doen aan de eigenaar van het bedrijf dat in het pand zit. Om te voorkomen dat wat hij ooit legitiem begon, illegaal wordt. Ze is niet overdraagbaar waardoor een nieuwe vergunning nog steeds niet vergeven mag worden. 

De gemeente ziet het echter anders en met droge ogen vertelt een juriste me dat een discotheek in het pand is toegestaan. Ze legt uit dat de gemeente inderdaad ooit voor een uitsterfbeleid van discotheken gekozen is, omdat die in principe niet langer wenselijk zijn in dit gebied. Dat dit beleid niet geldt voor discotheken, vind ze best logisch. 

Het is Kafka op de Dorpsstraat. Zweren met gekruiste vingers achter je rug op het schoolplein van de lagere school. Wachten tot die arme boer met zijn Kalasjnikov in Uruzgan wegloopt om hem dan in zijn rug te schieten.

Share and Enjoy !

Shares

2 comments

  • Niels Roelen  

    Hey Henk,

    het interessante is dat de politiek zich maar blijft afvragen waarom de kiezer ze zo wantrouwt.

    Tot snel

  • Henk Lankhof  

    Niels, jongen, de overheid is niet te vertrouwen, gisteren niet, vandaag niet en morgen niet. Dit verhaal doet me denken aan mijn 13 jarige strijd met defensie om mijn invaliditeitspercentage. Defensie gaf mij na het bereiken van mijn “medisch eindstadium” een invaliditeit van 25%. Een paar jaar later maken ze daar eenzijdig gewoon doodleuk 10% van. De wereld zakt onder je voeten weg, mes in de rug, zo voelt dat. Vervolgens jaren lang procederen waarbij de rechter zelfs eenmaal 30% toekende omdat defensie de militaire invaliditeitsschalen verkeerd had toegepast. Ging de landsadvocaat op de laatste vervaldat wéér in hoger beroep. Uiteindelijk afgekaart op 20%. Niels, er zit nu nog steeds na al die jaren zo-veel boosheid in mijn vanwege die keiharde onmenselijke opstelling van de overheid. Over lijken gaan ze, het is een systeem. Het systeem volgt procedures. Je wordt vermalen. Nooit maar dan ook nooit meer vertrouw ik een overheid. Ga sindsdien altijd eerst zelf op onderzoek uit. PTSS heb ik er aan overgehouden, niemand meer vertrouwen, korte lontjes als ik het gevoel krijg dat iemand mij bedonderen wil of niet de waarheid spreekt. Deze reactie is puur voor jouw persoonlijk en aub niet op je site zetten.
    Met vriendelijke groeten,

    Henk Lankhof
    Aalten

Leave a reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door ExactMetrics