Ik ben een racist in ’t diepst van mijn gedachten,
Een zelfvoldane koning gezeteld op m’n witte troon
Over mijzelf en ’t al, een donk’re hoon
Vol van eigen strijd en zege, vastbesloten u min te achten.
Een slavendrijver vol donkerwilde machten
Dringt aan mij op en wijs terug de zwarte zoon
Verheven toont mijn hand de heldere kroon:
Ik ben een racist in ’t diepst van mijn gedachten.
En tóch, zo eindeloos smacht ik soms om rond
Uw kleurrijk lichaam mijn arm te slaan,
En, oorverdovend zwijgende, met al mijn moed
Blanke trots en kalme glorie laten vergaan
Sust m’n vinger úwe lippen en haar wilde vloed
Van onbegrip waar u niet langer woorden vond.
Niels ®elen
Vrij naar Willem Kloos, nav een artikel in de NRC met Anousha Nzume, Marian el Maslouhi, Arzu Aslan, Seada Noorhussen
Na het artikel (doorspekt met drogredenen) meerdere malen gelezen te hebben begon ik te twijfelen of hier sprake was van een catch 22 danwel een Kafkaëske vertaling.