Het duurde even voordat ik besefte dat zij niet de manager van café Nomad in Naryn was. Gül is een gast die, net als ik, gekomen is voor een kop koffie en een lunch. Iemand die hier vooral graag komt komt voor de verhalen van toeristen. Avonturiers die wandelend, op de fiets of met een auto haar land ontdekken, maar in een bar als deze even terugvallen op de luxe waar ze aan gewend zijn, waar ze niet buiten kunnen. Ze helpt met het vertalen van de kaart, een ingang om je te kunnen bestoken met een reeks basisvragen.
‘Waar kom je vandaan? Hoe heet je? Hoe lang ben je hier al, waar ben je allemaal geweest en ga je nog naartoe? Wat vind je van Kirgizië, de mensen, onze cultuur?’
Om zoveel mogelijk in het Russisch te antwoorden, zoek ik de antwoorden in mijn zakboekje basis Russisch, maar Gül kent hier veel native speakers en eist min of meer een antwoord in het Engels. Haar vraag over mijn werk, kaats ik na een antwoord terug.
‘Ik?’ Ik moet zo terug naar school,’ glimlacht Gül. ‘Les geven’, vult ze aan als ze ziet dat ik haar leeftijd in probeer te schatten. Hier in Naryn, op het lager onderwijs, leert ze de kinderen lezen, schrijven, rekenen en Engels.
Gül komt hier niet voor de koffie. Dat kan ook niet omdat een goede kop koffie vinden buiten Bishkek een queeste, een zoektocht naar de heilige graal is. Ze komt hier vanwege het lesmateriaal dat ze onder de toeristen vindt.
Niels ®elen