Met hun handen maakten ze een kommetje tegen de etalageruit en tuurden erdoor naar binnen waardoor deze op de hoogte van hun monden besloeg. Het was de derde dag van hun wintersportvakantie en iedere dag nadat ze van de skipiste terugliepen, stopten ze even bij deze winkel.
‘456 shilling. Hoeveel heb jij nog?’ vroeg Mark aan zijn broer.
Christian trok zijn portemonnee open en telde. ‘Ongeveer 500, maar daar moet ik nog de hele week mee doen. Jij?’
‘140, dan kunnen we hem dus kopen. Als ik die 140 betaal en jij de rest.’
Chris keek opzij naar zijn broer en daarna opnieuw de winkel in naar de blauwe sneeuwscooterachtige slee die in de etalage stond. Vorig jaar stond hij er ook al, maar toen was hij minstens twee keer zo duur.
‘Doen we het?’ Marks enthousiasme had iets aanstekelijks. Hij kende zijn broertje goed genoeg om te weten dat als hij hem lang genoeg met deze blik bleef aanstaren, zijn instemming slechts een kwestie van tijd zou zijn.
Chris reageerde niet, hij draaide zich om en begon te lopen.
‘Kom op nou!’ riep zijn broer hem na, maar Chris zweeg om op het laatste moment glimlachend rechtsaf te slaan, de winkel in.
Na het eten liepen ze zoals elke avond terug naar de piste waar een aantal vrienden ook altijd kwam. Op een slee, een dienblad of gewoon een vuilniszak maakten ze nog enkele malen de afdaling totdat niemand meer zin had om naar boven te lopen.
‘Ik ben eerst!’ Mark probeerde de slee uit de handen van zijn broer te trekken, maar die hield hem stevig vast.
‘Nee, ik. Ik heb hem naar boven gesjouwd, dus ik ga ook als eerste omlaag.’
‘Jij hebt die slee al de hele tijd vast, dus nu wil ik even.’
‘Tuurlijk, omhoog duurt altijd langer, eikel. Dus als jij langer wilt dan ik, dan draaien we de rollen om, dan ga jij omhoog en ik omlaag.’
‘Ik ben de oudste en het was mijn idee om dit ding te kopen.’
‘Ik heb het meeste betaald,’ legde Chris rustig uit, ‘dus ik ga eerst.’
‘Jij hebt helemaal niet het meeste betaald! Ik betaalde alles wat ik had, terwijl jij nog geld over hebt.’ Met een plotselinge rechtse haalde Mark uit naar de kaak van zijn broer, rukte de slee uit de handen van zijn broer, stak een middelvinger op en verdween in de diepte.