Afghanistan was voor het leger een succes

Defensie Het Westen heeft de oorlog in Afghanistan verloren. Maar voor het Nederlandse leger was de missie heilzaam.”

Een leger dat te lang in de kazerne blijft, is ten dode opgeschreven. De ijzervreters maken er langzaam maar zeker plaats voor generaals die vanwege een gebrek aan praktijkervaring geen weerwoord meer hebben op de steeds verdergaande bezuinigingen. De legerstaf bestaat uit accountants in uniform die hun soldaten uitleggen dat ze geen andere keuze hebben dan trouw het politieke huishoudboekje op orde houden.

Als in 2005 de eerste geruchten over een missie in Afghanistan rondgaan, gloort er hoop op de kazernes en neemt de spanning toe. Met veel toewijding stomen campagniescommandanten binnen de budgetten eenheden klaar die reikhalzend uitkijken naar het echte werk. Het verlangen naar een oorlog wordt niet expliciet uitgesproken, maar het is er. Net zoals een brandweerman niet hoopt op brand, maar hem wel wil blussen als hij uitbreekt.

Regelmatig beschoten

Ik wil andere veteranen en hun missies niet tekort doen. Ook in Libanon, Srebrenica, Kosovo of Irak werden onze militairen regelmatig beschoten. Het waren missies waar de dreiging constant aanwezig was, maar van het begin af aan is het duidelijk dat in Zuid-Afghanistan alles anders wordt. Uruzgan is waar de krijgsmacht op heeft gewacht. Het is een missie met reële militaire risico’s, Nederlandse slachtoffers kunnen niet uitgesloten worden. Gevechtseenheden zijn een vereiste.

Tijdens de missie voeren in de politiek en de media niet de gevechten in Uruzgan, maar de wederopbouw hier in Nederland de boventoon. De conflicten worden gecamoufleerd met de resultaten van de zo succesvolle ‘3D-doctrine’ (defence-development-diplomacy). De boodschap is dat het goed gaat met Afghanistan. Waar vrouwen steeds meer vrijheid krijgen. Waar scholen en bruggen worden gebouwd en wegen worden aangelegd. We trainen er politiemensen en leiden een leger van 300.000 Afghaanse militairen op. 

Een prachtig resultaat waardoor het volgens de Amerikaanse president Biden, twintig jaar na de aanslagen op het World Trade Center, tijd is om naar huis te gaan. Afghanistan moet het nu verder zelf doen. Het blijkt een vergissing van formaat. Dat alles vanaf het moment van de Amerikaanse terugtrekking zo snel zou gaan had niemand verwacht, maar kort na het besluit zijn de Taliban ineens overal en vallen de eerste belangrijke steden. 

Reddingsboten

Ik geloof niet dat er veel vertrouwen was op een goede afloop, maar dat de Taliban zo weinig tijd nodig hadden om de strop om het land aan te trekken en binnen de kortste keren ook Kabul wisten te veroveren, had ook ik niet durven vermoeden. Alleen op het vliegveld laten ze ons onze gang gaan. En terwijl politici wereldwijd geschokt over een noodoplossing debatteerden, keken wij naar de transportvliegtuigen. Reddingsboten waren het, waar Afghanen zich in paniek als drenkelingen aan vastklampten. Afreizen naar Afghanistan is in deze situatie geen optie en dus gaan de media op zoek naar het verhaal van veteranen.

30.000 uitgezonden Nederlandse militairen leerden zaken die je op een oefening, waar dapper zijn gratis is, niet leert

Drie weken lang word ik meerdere keren per dag geconfronteerd met steeds weer die ene vraag: „Is alles nu voor niets geweest?” Het is een vraag die eigenlijk door politici beantwoord moet worden, maar in tegenstelling tot veteranen laten zij zich niet verleiden tot een antwoord op die ene vraag. Ik wel en dus doe ik verslag over mijn missie, over het land en de mensen. Over de idealen waar ik in geloof en ook naar eer en geweten voor vocht. „Wij hebben er alles aan gedaan om iets te veranderen.”

Geduldig speculeer ik over de sporen die we achterlieten. Over de hoop op de nieuwe generaties die hebben leren lezen en schrijven in het Latijnse alfabet en vooral geroken hebben aan onze democratie. Over die geest die je niet zomaar weer in de fles krijgt. Maar ik vraag me af wie ik met deze uitleg gerust wil stellen, en waarom ik niet hardop zeg wat ik diep van binnen denk.

Gesneuvelde kameraden

In Uruzgan zijn we geconfronteerd met een groot aantal gewonde en gesneuvelde kameraden. Dat is, zeker in een oorlog die we verloren hebben, pijnlijk. Toch is de missie voor het Nederlandse leger een succes. In die vier jaar Uruzgan leerden de 30.000 uitgezonden Nederlandse militairen zaken die je op een oefening, waar dapper zijn gratis is, niet leert. 

We maken plannen voor grote en kleine operaties waar je vecht tegen een echte vijand. De mannen leren hoe het is om onder vuur te liggen en weten ondertussen wat het is om in een hinderlaag te lopen en je uit een omsingeling te vechten. Aspecten van een oorlog die we door langdurige vrede vergeten waren.

Politiek was het verloop van de missie een debacle, maar met onder anderen Roy de Ruiter, Gijs Tuinman en Marco Kroon leverde Uruzgan ons een aantal nieuwe helden op. En dat niet alleen. Er is een hele generatie jonge kaderleden die in het heetst van de strijd leiding aan hun manschappen hebben moeten geven en nu beschikken over de ervaring die verloren was gegaan. 

Het leger beschikt eindelijk weer over officieren en onderofficieren die aan nieuwe soldaten en vooral de politiek uit kunnen leggen wat een gevecht is. Die weten wat een leger nodig heeft om dat gevecht fatsoenlijk te kunnen voeren.

Niels ®elen

Share and Enjoy !

Shares

Leave a reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door ExactMetrics