Mannengriep

‘Je kijkt zo stil voor je uit.’ Zorgzaam zet ze een kop thee voor hem neer. ‘Is er iets op je werk?’

‘Nee.’ Als hij voorover buigt om zijn thee te pakken zet hij zijn hand in zijn rug en kreunt opvallend. ‘Ik ben gewoon een beetje moe, dat is alles. Het was een drukke week op mijn werk en ik ben, denk ik, toe aan weekend.’

‘Zullen we vanavond lekker thuis blijven?’ vraagt ze terwijl ze tegen hem aankruipt. ‘Een beetje Netflixen, niks doen?’

‘Hmm,’ knikt hij instemmend en laat een stilte vallen, ‘voel eens aan mijn wangen, denk je dat ik koorts heb?’ Nog voordat haar hand zijn wang bereikt heeft, vervolgt hij: ‘Vanmiddag heb ik al een paar paracetamols genomen, maar dat hielp niks.’

‘Hoofdpijn?’ klinkt het quasi bezorgd omdat ze weet wat er komen gaat.

‘Ja, zo’n hoofdpijn vanuit de spanning in mijn rug.’

‘Zal ik anders het bad voor je laten vollopen?’

‘Ik weet niet of dat helpt,’ zucht hij diep, ‘het zit echt overal, druk op mijn oren, mijn ogen, moe, koud, echt niet normaal gewoon.’

‘Joh, ga lekker in bad en daarna met aspirine vroeg naar bed.’ Moederlijk laat ze de achterkant van haar hand langs zijn nek omlaag glijden. ‘Dan ben je morgen weer fit en gaan we samen lekker wandelen aan het strand.’

‘Misschien.’ Hij zucht zwaar alsof het maar de vraag is of hij morgen nog zal bestaan.

‘Of naar Rotterdam, in de kunsthal is een tentoonstelling van Peter Lindbergh.’

‘Ik kijk wel even hoe ik me voel. Oké? Ik geloof niet dat ik me ooit eerder zo belabberd gevoeld heb, echt alles doet me zeer, mijn ogen, oren…’

‘Ja, dat had je al gezegd’, antwoordt ze geduldig. ‘Mannengriep.’

‘Denk je dat ik me aanstel?’

‘Nee schat.’ Terwijl ze opstaat, geeft ze hem een zachte kus op zijn wang. ‘Het verbaast me hooguit wat een drama mannen van een griepje kunnen maken.’

‘Wees blij dat jullie vrouwen dit bespaard blijft.’

‘Zoals mannen blij moeten zijn dat ze nooit ongesteld worden of kinderen hoeven te baren?’

‘Mannengriep is erger dan dat.’

‘Natuurlijk, lief.’

‘Voor zover er al besmettingsgevallen bekend zijn onder vrouwen is er niet een, werkelijk waar, geen enkel geval bekend waarin ze het ook heeft kunnen navertellen.’

Niels ®elen