‘We weten niet hoe het gebeurd is, maar in de dierentuin in Amersfoort broedt een homoseksueel pinguïnpaar een ei uit.’ Ik glimlach en zet de autoradio iets harder. ‘Toen de verzorger vanmorgen bij het verblijf van de dieren aankwam zaten ze op hun nest met een ei.’ 

Homoseksualiteit blijkt onder de poolvogels vrij normaal te zijn. Daar kunnen wij mensen nog wat van leren. De kans dat ik een koppeltje, bij een bezoek aan de dierentuin, herkend zou hebben als homostel lijkt mij echter nihil. Pinguïns zijn voor mij eeneiige veellingen, obers in hetzelfde pak. 

Ondanks dat ze ons voor zijn, is de pinguïn een evolutiefoutje. Om te constateren dat ze uit de zee gekomen, maar nooit aangepast zijn aan landleven heb je geen fantasie nodig. Slechts de observatie van hoe ze over het land, balancerend met stijve vinnen om niet uit te glijden op het ijs, naar het water waggelen. Pas als ze de zee induiken, zie je dat het vogels zijn. Onder water slaan ze hun waardeloze vleugels uit. Alleen onder water vliegen ze.

‘Vermoedelijk is het ei gestolen van een ander broedend koppel.’ Wachtend voor een stoplicht probeer ik me voor te stellen hoe deze vreemde vogels een ei hebben kunnen stelen. 

Teamwork waarbij een van de twee mannetjes stiekem het ei met zijn snavel op zijn voeten rolt en verbergt onder zijn buik. Een onbewaakt moment dat ontstaat omdat zijn vriend voor afleiding zorgt. Lang genoeg om de ander met een onschuldige blik terug naar hun eigen nest te laten hobbelen. Maar misschien is het niet gestolen, en zit er tussen de kolonie van dierrentuin Amersfoort een koekoekspinguïn. Eentje die zich wel voort wil planten, maar om gedoe te ontlopen haar ei in een vreemd nest dropt.

Het laatste is onwaarschijnlijk. Pinguïns zijn gek op kinderen, of beter willen graag ouders zijn. Zo kidnapte een eveneens homoseksueel koppel in een dierentuin in Denemarken het kuiken van een ander stel. In het wild schijnen ze, bij het verlies van een eigen jong, uit verdriet regelmatig het kuiken van andere ouders te roven. 

‘Het vreemde is dat er niet gevochten is.’ Sluit de verzorger af. ‘Ik vermoed overigens dat het ei van het pinguïnkoppel is dat twee eieren gelegd had. Twee eieren is niet ongebruikelijk maar een van die twee eieren wordt vaak verwaarloosd.’

‘Er was dus instemming,’ antwoord ik mijn autoradio, ‘als homoseksualiteit gewoon is onder pinguïns, dan lijkt het draagmoederschap me ook niet uitgesloten.’

Niels ®elen